Zo verscheen het onlangs in mijn Twitter-tijdlijn. Ikzelf, grote fan van niksdoen, ben dan meteen getriggerd. De boventitel, “Mensen zonder hobby maken bewuste keuze”, verwarde me wel enigszins. “Tuurlijk,” denk ik, niet wetende dat heel veel mensen vandaag blijkbaar het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een soort verzet tegen een onderdrukkende macht.

In mijn wereld is het nochtans logisch: heb je geen zin om de deur uit te gaan, blijf dan in je zetel liggen. Ja, mensen kijken wel eens raar op als je zegt ‘nee, vandaag niet. Geen zin.’ Tot ze zelf in een soortgelijke situatie zitten en eens een keer geen zin hebben. Dat laatste zet me af en toe al eens aan om zonder problemen een afspraak te weigeren, en me daar verder niet schuldig over te voelen.

Begrijp me ook niet verkeerd: een gemaakte afspraak zal ik maar zelden afzeggen. Omdat ik weet dat het langs de ene kant niet gepast is om terug te komen op je woord, en langs de andere kant omdat ik besef dat ik het waarschijnlijk alsnog leuk vind om te doen.

Overgangsfase

Binnen mijn vriendenkring was ik bij de eersten die vast begon te werken. Ik was nooit een feestbeest en paste doorgaans standaard voor een TD of een indrinkfeestje. Nooit iemand die ernaar kraaide – was ik misschien niet leuk genoeg om toch te overtuigen? Tot ik begon te werken en al snel merkte dat ‘s avonds nog buiten komen toch een ander soort energie vroeg dan degene die ik aansprak tijdens mijn studentenleven.

Op unief was het makkelijk, besef ik nu beter. Ja, je komt vaak thuis met het besef dat je deze taak of die paper nog moet afwerken, dat boek nog moet lezen en nog een antwoord formuleren op de kwestie die ‘s anderendaags op tafel ligt in de les. Maar tussendoor ben je zò vrij om je tijd in te plannen, dat het, ook voor mij, haast geen moeite kostte om ‘na de werkuren’ nog met iemand af te spreken of iets te gaan doen.

Een veertigurenweek is andere koek. Je spendeert de hele dag aan door aan je werk, je klanten,… je mails? Als je dan na het werk thuiskomt en je moet nog de deur uit, dan spreek je een diepere bron van energie aan. De energie die zegt ‘goed, dit doe ik nog, maar alleen omdat het een halve verplichting is.’ Dat bedoel ik dan heel ruim: ik vind het heel leuk om te repeteren met onze countryband, maar ik voel het soms toch aan als een verplichting, omdat ik die mensen ook niet teleur wil stellen.

Nu meer en meer van mijn vrienden in dezelfde levensfase zitten, merk ik dat zij het eveneens moeilijk hebben met die balans zoeken: voldoende ontspannen, zonder dat je hobby gaat aanvoelen als een wekelijkse verplichting waar je niet onderuit kan. Wees gerust, mijn beste maatjes van Emmaville: zo ver laat ik het zeker niet komen.

Agenda bepalen

Ik merk dat die balans bij te veel mensen scheefzit en heb me enige tijd geleden dan ook voorgenomen mijn eigen agenda veel meer zelf te bepalen. Lukt iets niet, of heb ik er geen zin in, dan doe ik het niet. Heb ik eens geen zin om te gaan repeteren op zaterdag en in de plaats iets anders te doen, dan zal ik me niet verplicht voelen om toch naar die repetitie te gaan. Zo hou ik het leuk voor mezelf (‘hoe leuk zou het niet zijn als ik niet hier zat te repeteren maar ginder iets anders zou doen?’) en voor anderen, die mijn humeur dan niet moeten trotseren.

Het komt neer op die delicate grens bewaken tussen verplichting en ontspanning. Doe je het niet graag meer, heeft het dan zin om er toch mee verder te gaan?

Er zijn het voorbije jaar al eens momenten geweest dat ik helemaal geen zin had om naar de repetitie van ons percussie-ensemble te gaan. Vaak ben ik dan toch nog geweest, voor de nadrink. Het komende halfjaar repeteren we voor een concert waar ik zelf niet aan kan deelnemen, maar dat zal me er niet van weerhouden van toch nog regelmatig te gaan ‘repeteren’. De balans zit goed.

In het kort

Een hobby is ontspanning. Uiteraard verbind je jezelf ertoe om daar bepaalde offers voor te maken, maar als je eigen passie voor je hobby groot genoeg is, zou dat geen probleem mogen zijn. Zolang je de balans op een gezond evenwicht houdt, zal je daar geen last van ondervinden. Is dat wel het geval, dan is pas tijd om eens na te denken.

Op voorhand zeggen ‘ik wil geen hobby want dan zet ik mezelf vast’ is sowieso al de verkeerde ingesteldheid om ergens aan te beginnen. Joke van Caesbroeck (de schrijfster van de opinie) heeft een punt dat we onszelf en onze kinderen niets moeten opdringen vanwege een misplaatste FOMO, maar thuis zitten uit schrik voor die alomtegenwoordige burn-out brengt ook geen zoden aan de dijk. Het is niet alles of niks: het is waar jij je goed bij voelt.

En als jij je goed voelt bij elk vrij moment in de zetel doorbrengen, voor tv of met een goed boek, is dat jouw goed recht; en daar heeft niemand iets op te zeggen.

Plaats een reactie