Huawei P30 Pro review: camera van de bovenste plank

Is de Huawei P30 Pro een smartphone met een topcamera, of een camera waar je toevallig ook mee kan bellen? De indrukwekkende fotokwaliteit doet ons twijfelen wie anno 2019 nog een dedicated fototoestel nodig heeft.

Tot enkele jaren geleden was het relatief eenvoudig om een smartphone te recenseren. Aangezien de meeste toestellen in het premiumsegment sterk van elkaar verschilden, waren de verbeteringen zichtbaar met het blote oog. En nu? Alle toestellen lijken van dezelfde band te rollen, zowel qua schermkwaliteit, uiterlijk als prestaties. Want, ook al durven we wel eens muggenziften over details, elke premiumsmartphone is gewoon steengoed.

Een dag in het leven van een tech-blogger: de voorstelling van de Huawei P30 Pro

Waar trachten fabrikanten elkaar af te troeven? Hoe ze hun toestel (al dan niet) notchen, bijvoorbeeld. Of welke biometrische ontgrendelmethodes er voorhanden zijn. Maar vooral: de camera. De smartphone met de beste camera wordt doorgaans aangewezen als het beste toestel op de markt. Daarom kent de moderne smartphonerecensent niet alleen zijn weg doorheen de jungle van nieuwe technologieën, maar heeft hij ook kaas gegeten van fotografie.

De P30 Pro is daarbij geen uitzondering: de camera is zijn kroonjuweel. Met maar liefst vier lenzen kan je in theorie in alle omstandigheden een droomkiekje tevoorschijn toveren. Ook de fotokwaliteit belooft nog straffer te zijn dan bij zijn voorganger, de Mate 20 Pro. Dat bewijst ook de hogere DxOMark-score. De vraag is dus eerder: is de camera zo goed, dat het zijn torenhoog prijsetiket rechtvaardigt? Hieronder lees je mijn bevindingen.

Waarom DxOMark niet de heilige graal van mobiele cameratests is

P30 Lite, P30, P30 Pro

Voordat we de P30 Pro op de pijnbank leggen, maken we je wegwijs doorheen de nieuwe P30-smartphonelijn. Huawei lanceerde deze maand drie toestellen in de P-reeks: de P30 Lite (vanaf 369 euro), P30 (vanaf 749 euro) en P30 Pro (vanaf 999 euro).

De P30 Lite is eergisteren aangekondigd, en ligt pas volgende week in de schappen. Dankzij het lagere prijsetiket is dit toestel toegankelijk voor een groter doelpubliek, maar daarvoor moet het wel op bepaalde zaken inboeten. De zwakkere batterij, processor, camera en het minderwaardige LCD-scherm (geen OLED) zijn de voornaamste opofferingen. Ook is hij niet waterdicht en schuilt er geen vingerafdrukscanner onder het scherm. Ter vervanging is er een traditionele aanraaktoets voorzien aan de achterkant. Ironisch genoeg heeft de Lite, in tegenstelling tot zijn prestigieuzere broers, wel een traditionele headphone jack.

Wil je liever een premiumtoestel, maar geen zin om de volle pot te betalen? Het tussenmodel is de Huawei P30. Hier zijn de verschillen schaarser. Hoewel de P30 een iets kleiner scherm, 6 GB RAM (in plaats van 8 GB) en een lichtere batterij heeft, zal je deze verschillen in de praktijk nauwelijks merken. De grootste opoffering zit in de camera. Hoewel je met de P30 ook prima foto’s kan nemen, ondersteunt hij slechts 3x optische zoom (in plaats van 5x) en ontbreken TOF-sensor en optische beeldstabilisatie. Hou er verder rekening mee dat de P30, in tegenstelling tot de P30 Pro, niet helemaal waterdicht is. De kluns die zijn mobieltje wel eens in het toilet laat vallen, legt best een hoger bedrag op tafel.

Het toestel waar ik de voorbije weken mee aan de slag ging, is de P30 Pro. Voor dit toestel haalde Huawei het onderste uit de kan om, hopelijk, de parel van het voorjaar af te leveren.

Design

De P30 Pro is een hele grote smartphone, die niet bij iedereen in de broekzak zal passen. Té groot zou ik hem niet noemen, maar zelf vind ik een compacter formaat fijner. Vooraan pronkt een OLED-paneel van 6,47 inch. Het scherm oogt contrastrijk en kleurenaccuraat, maar niet zo scherp als bij de Mate 20 Pro. Het paneel op de P30 Pro heeft immers een lagere resolutie (Full HD in plaats van QHD), maar dat zorgt wel voor betere prestaties en een langer batterijleven.

Geen fan van scherminkepingen? Huawei koos voor een druppelnotch, die fors kleiner is dan bij de P20 Pro en Mate 20 Pro. De inkeping is zo klein omdat er geen dieptesensoren gehuisvest zijn. Verder geniet de P30 Pro van erg dunne bezels en een scherm dat lichtjes afbuigt. Je kan deze schermbuiging vergelijken met de Edge-telefoons van bij Samsung. Geen verrassing, aangezien Samsung het scherm van de P30 Pro aangeleverd heeft.

De achterkant van de P30 Pro is vervaardigd uit (breekbaar) glas. Dat oogt erg luxueus uit de doos, maar na een dag in gebruik was hij al volledig besmeerd met vettige vingerafdrukken. Om die reden was ik nooit fan van een glazen behuizing, maar wie deze dure smartphone koopt, schaft toch beter een hoesje aan. Het toestel is verder in vijf verschillende kleuren verkrijgbaar: zwart, parelwit, aurora, amber sunrise en breathing crystal. Deze drie laatste uitvoeringen zijn gradiëntkleuren. Vooral ‘amber sunrise’ gooide hoge ogen tijdens de voorstelling in Parijs.

Is de P30 Pro een mooie smartphone? Zeker. Kunnen we spreken van een baanbrekend ontwerp, waarvan het water in je mond loopt? Dat niet. Het uiterlijk is haast identiek aan dat van zijn voorganger, de P20 Pro, maar daar is op zich niets verkeerd mee.

Features

Ah, de vingerafdrukscanner onder het scherm. Eén van de hypes van het moment. Zelf is het de eerste keer dat ik met deze ontgrendelmethode aan de slag ging. En hoewel criticasters vaak opteren voor gezichtsontgrendeling of een fysieke toets, ben ik fan. In het begin is het wel even wennen omdat je geen tactische feedback krijgt waar je je vinger moet plaatsen, maar na enkele weken voelde het natuurlijk aan. En accuraat. En snel.

Wie liever geen gebruik maakt van de vingerafdrukscanner, heeft helaas weinig andere opties. Door het gebrek aan 3D-sensoren in de notch, kan de camera geen driedimensionale scan van je hoofd maken. Dat betekent dat de gezichtsontgrendeling werkt op basis van een tweedimensionale foto. Dat is niet alleen onveilig – je kan gewoon een foto voor de camera houden om de smartphone te ontgrendelen – maar het werkt gewoon niet goed.

Dé grootste ontgoocheling van de P30 Pro is, wat mij betreft, het ontbreken van stereospeakers. Als je in bed of in de zetel naar een YouTube-filmpje wilt kijken, moet je zorgen dat je hand de onderkant van de telefoon niet bedekt. En ook al verwacht je geen topgeluid, de geluidskwaliteit is gewoon erg matig op de P30 Pro. Wie liever een koptelefoon of oortjes inplugt, heeft eveneens pech. Een headphone jack is er immers niet. Wel zitten er oortjes met usb-c aansluiting in de doos.

Ten slotte tekent een IP68-etiket present. Dat betekent dat je de P30 Pro gerust in het zwembad mag gooien, zonder waterschade tot gevolg. Huawei geeft zelf aan dat je hem twee meter onder water kan gebruiken, gedurende een half uur. Anno 2019 is dit niets nieuws, maar het blijft indrukwekkend voor mij hoe een smartphone met speakergrills, usb-c aansluiting, simkaartgleuf en andere openingen helemaal waterdicht kan zijn.

Prestaties, batterij, software

Waarom ik deze drie criteria onder één vlag zet? Omdat het aantal vernieuwingen ten opzichte van de P20 Pro en Mate 20 Pro heel gering is. Zo is de Kirin 980 met acht rekenkernen, geklokt op 2,6 GHz, een tikkeltje krachtiger dan zijn voorganger, maar hij moet net de duimen leggen ten opzichte van de Exynos 9820 die in de Samsung S10(+) zit. Zal je dat verschil in de praktijk merken? Nee. Omdat we als prille technologieblog nog te weinig referentiemateriaal hebben in benchmarks, verwijs ik je graag door naar de recensie bij Techzine.

Dries Cludts, Techzine: “Bij reëel gebruik zijn de verschillen minder zichtbaar. De sprong in prestaties wordt elk jaar kleiner en beide smartphones hebben meer dan genoeg pk’s in huis om een soepele gebruikservaring te garanderen. Voor een telefoon van net geen 1.000 euro mag je ook niets anders verwachten.”

Qua batterijleven waren de P20 Pro (4.000 mAh) en Mate 20 Pro (4.200 mAh) al uitstekend, maar de P30 schroeft dat nog een tikkeltje omhoog. Huawei koos immers wederom voor een batterij van 4.200 mAh, maar door de lagere schermresolutie vertaalt zich dat in een langer batterijleven. Dat betekent dat je zorgeloos twee dagen met de P30 Pro door kan, zonder dat je hem aan de lader moet hangen. In het premiumsegment kan niemand tippen aan de autonomie van Huawei.

Waar het batterijleven een sterkte is van Huawei, is de software de achilleshiel. Ik ben nooit fan geweest van de softwaresaus (EMUI) die de Chinese fabrikant op Android giet. Het lijkt alsof Huawei iOS wil klonen, maar daar qua stabiliteit en gebruiksvriendelijkheid niet in slaagt. De doorsnee gebruiker zal daar ongetwijfeld weinig hinder aan ondervinden, maar als techy had ik liever een traditionelere Android-ervaring. Gelukkig valt dat grotendeels op te lossen door een externe launcher te installeren, zoals Nova Launcher

Camera

Last but not least, de camera. Het kroonjuweel van de P30 Pro. Vorige week schreven we al dat de P30 Pro de hoogste DxOMark-score ooit behaalde. Hoewel we de objectiviteit van het Franse onderzoeksbureau in twijfel trekken, komen we wel tot dezelfde conclusie: de P30 Pro is met voorsprong de beste smartphonecamera die we ooit hebben uitgetest.

Wie goede fotokwaliteit wil, heeft vele opties. Denk maar aan de Google Pixel 3 of Samsung Galaxy S10. Waar de camera van de P30 Pro in uitblinkt, is niet alleen de kwaliteit, maar vooral de versatiliteit. Het kwartet bestaat uit een lichtsterke 40 megapixel-hoofdlens met optische stabilisatie, een 20 megapixel-groothoeklens en een 8 megapixel-periscopsiche zoomlens (tevens met optische beeldstabilisatie) die je tot vijf keer laat inzoomen zonder kwaliteitsverlies. Ook schuilt achteraan een TOF (Time of Flight)-camera. Deze sensor kan razendsnel een driedimensionaal beeld van de omgeving bestralen met infrarood licht, om te bepalen hoe ver een bepaald object van de camera verwijderd is. Wat jij daar aan hebt? Heerlijke scherptediepte in je foto’s en accurate toepassingen in augmented reality-apps.

Een grote vernieuwing onder de motorkap is de zogenaamde SuperSpectrum-lens. Normaal gezien zit er voor de camera een RGB-filter die gevoelig is voor rood, groen en blauw. Huawei koos in de P30 Pro voor een andere setup, namelijk een RYYB-filter die gevoelig is voor geel in plaats van groen. Geel laat immers meer licht door dan groen, waardoor de hoofdcamera van de P30 Pro maar liefst veertig procent meer licht opneemt. Dat zou zich vertalen naar een maximale ISO-waarde van 409.600.

Hoe die slimme snufjes in de praktijk werken? Ge-wel-dig. Of je nu een gebouw van dichtbij wil fotograferen, een portretfoto nemen of de kerktoren ingezoomd in beeld brengen: de P30 Pro zet elke situatie om in haarscherpe foto’s. Vanaf je met de camera van de P30 Pro op stap gaat, wil je nooit nog fotograferen met een andere smartphone. Een leuk extratje is trouwens dat je tot 50x kan inzoomen met de telelens. Hoewel die beelden niet erg scherp zijn, doet de P30 Pro zo ook dienst als verrekijker. Bovendien werkt de nachtmodus van weleer nog steeds geweldig, zodat je zelfs in het pikkedonker foto’s kan nemen.

Conclusie

Huawei verlegt telkens de grenzen van wat mogelijk is op vlak van smartphonefotografie. Vorig jaar imponeerde de P20 Pro dankzij de nachtmodus, dit jaar is het vooral de telelens die hoge ogen gooit. Ook de fantastische autonomie is een troef.

Is de P30 Pro de perfecte smartphone? Nee. Het is jammer dat stereospeakers en 3D-gezichtsherkenning ontbreken, zeker omdat die features wel aanwezig zijn in de Mate 20 Pro. Bovendien is de camera op die telefoon ook érg goed. Om die reden is Huawei misschien wel de grootste concurrent van zichzelf. Vandaag kan je de Mate 20 Pro immers al aanschaffen voor 699 euro, terwijl je minstens 999 euro moet neertellen voor de P30 Pro. Het is daarom aan te raden om nog even te wachten vooraleer je de P30 Pro in huis haalt, want smartphones van Huawei zakken doorgaans erg snel in prijs.

Ons advies: Wie smult van heerlijke foto’s, zet alvast beter de P30 Pro op zijn wishlist. Is een goede smartphonecamera voor jou geen must, dan zijn er goedkopere en betere opties op de markt.