Komt er nu een nieuwe PSP, of niet?
Sinds april wordt de gamingindustrie in spanning gehouden over een mogelijke nieuwe mobiele console van Sony. Er zijn argumenten voor en tegen, wie mag je geloven?
Ah, de PSP. Moeder van vele van mijn mislukkingen, vader van vele van mijn grootste gamemomenten. Ik kan niet tellen hoe vaak ik vroeger na mijn bedtijd nog de eerste versie van de mobiele ‘Football Manager’-spellen bezigde. Of ‘Midnight Club’. Of ‘Fifa’. Of ‘Star Wars.’ Of ‘Pro Cycling Manager’. Of ‘GTA’. Of ‘Ridge Racer’. Of ‘Wipeout Pure’. Ik was zo’n verschrikkelijk casual gamer, je zou het bijna niet geloven.
De PSP was een droom voor de jonge Jens die niet altijd een tv-scherm ter beschikking had. Voor de jongen die pas als jongvolwassene de vele concerten leerde appreciëren waar zijn ouders hem mee naartoe namen. Hetzelfde gold voor de vele familiefeestjes, dinertjes, burenvisites en alle andere gelegenheden waar sociaal gedrag verwacht wordt. De PSP gaf mij een ideale uitweg om daaraan te ontsnappen.
Toen de Vita verscheen, moest ik niet lang twijfelen. De uitgebreide ‘FM Classic’-versie zou er ook voor verschijnen, dus die moést ik in huis halen (het duurde daarna nog ruim een half jaar vooraleer die Football Manager verscheen dus ik zat opgescheept met de weinige aanvaardbare games die verschenen). In Japan werd de Vita een groot succes, in de rest van de wereld heel wat minder. (Ik was halve fan, technisch was het wel degelijk een sterk staaltje vernuft, maar daarmee alleen kom je er natuurlijk niet.)
Toen ik vorige week dan las dat Sony (misschien) werkt aan een nieuwe PSP, ging mijn hartje dan ook sneller slaan. Jens <3 mobile gaming. Deze nieuwe, 5G PSP, moet, uiteraard, de concurrentie aangaan met de Nintendo Switch. Die ik uiteraard ook bezit.
Maar komt het er wel van?
Dat is natuurlijk de vraag van ettelijke miljoenen. 85 miljoen om precies te zijn: zoveel stuks verkocht Sony van de oorspronkelijke PSP. Een eerste hint dat het antwoord ‘JA’ is, halen we uit een artikel van T3 over de financiële resultaten uit april. Daarin haalde Sony aan dat de verkoop van zijn smartphones enorm zwaar tegenviel. (Dat is geen opvallende vaststelling, dat had je zelf wel kunnen bedenken.)
De reden dat ze toch blijven investeren in de ontwikkeling van smartphones is 5G:
“By enabling high-speed communication, low-latency and simultaneous connectivity, 5G, which is expected to be commercialized in the near future, is a technology which we view as having immense potential, since it can connect all portable devices to the cloud. In order to fully utilize this leading-edge technology, we need to retain in-house our fundamental research capability and capability to create related applications. By continuing to work on 5G in our smartphone business, we are aiming to develop 5G technology as a competency that can be used across the Sony Group.”
Met andere woorden: ze blijven smartphones ontwikkelen omdat ze die technologie op andere plekken binnen het bedrijf kunnen gebruiken. En als ze die tech dan toch hebben, kunnen ze die maar evengoed in smartphones stoppen. Een beetje alsof je zegt ‘ik wil graag een koffiezet uitbrengen, dus ik ga even een heel gamma aan koffiemalers op de markt zwieren, zodat mijn koffiezet een goede maler aan boord kan hebben.’
En volgens T3 zou het toch wel een héél logische zet zijn om die 5G-technologie te verstoppen in een nieuwe PSP. Want, zo redeneren ze, de Vita flopte omdat die te veel een toestel was voor flauwe afkooksels. Een toestel waar niet echt op werd ingezet, met een gebrek aan ondersteuning tot gevolg. Ook werd het toestel te veel als ecosysteem op zichzelf gezien.
Het succes van de Switch ligt er immers in dat het een toestel op zichzelf is: een volwaardige console die je ook kan gebruiken als draagbaar hebbeding. En dat is vandaag de vereiste: het moet goed zijn op zichzelf, zonder de nood aan een ‘moederschip’. De Vita kon genieten van remote play via de PS4. Dat moest een verkoopargument worden, maar de functie stokte, waardoor het gebrekkige ecosysteem niet sterk genoeg was om op te bouwen.
5G aan pret
5G, dat sneller is, minder energie verbruikt en stabieler werkt, zou dat euvel moeten verhelpen. Voortaan zou je console niet werken op de technische specificaties van je draagbare gamingtoestel, maar zou het genoeg hebben aan twee elementen: een chip die degelijk genoeg is en een 5G-verbinding, zodat je altijd, eender waar games kan streamen. Want streaming, dat is de toekomst. (Ja toch hé?)
Een tweede hint dat Sony aan zoiets werkt, vinden we opnieuw bij T3: Sony vroeg onlangs een patent aan voor een nieuw soort game cartridge. Uiteraard past dit volgens T3 binnen de ontwikkeling van een nieuwe PSP-variant. Volgens Nintendo Life daarentegen diende deze cartridge vorig jaar al zijn doel in de zogenaamde Sony Toio (het is Japans oké, ik heb met de naam niks te maken). Het verhaal kan ernerzijds wel kloppen: het patent werd pas vorige week goedgekeurd, maar de aanvraag werd wel ruim een jaar ervoor ingediend. En de cartridge in de Toio (zie onder) lijkt er inderdaad wel sprekend op.
Anderzijds is het logisch dat een Nintendo fansite het verhaal afdoet als quatsch. Een beetje zoals Android World het belang van Apple wat moet neersabelen. Dat is een ideologische verplichting.
Maar komt het er nu?
Ikzelf hoop alvast oprecht van wel. In de discussie van wie nu het opperras is – pc-gamers of consolegamers – blijf ik altijd wat op mijn honger zitten. Wat met de drukke mens die meer van huis is dan hij thuis zit? Voor hem (voor mij) zijn mobiele games het antwoord.
De Nintendo Switch is deels een antwoord, maar dan word je meteen weggezet als zo’n ‘Nintendefender’. En laat me eerlijk zijn: zo’n cartooneske games zijn goed voor een tijdje, maar gaan voor mij al snel vervelen. Na een tijdje wil ik toch weer de nitty gritty games die iets realistischer zijn. Of 5G-gaming dan het antwoord zal bieden, valt natuurlijk nog af te wachten.