Smartphones en dure wagens: protserige samenwerkingen leveren eindelijk iets op
Huawei en Porsche. OnePlus en McLaren. Kijken we breder dan dure automerken, dan was er nog Apple en Caviar. Wat hebben deze koppels gemeen? Protserigheid.
Eindelijk is het me gelukt. Eindelijk ben ik erin geslaagd om mijn passie voor technologie te combineren met een irritatie waar ik al drie jaar mee rondloop én deze te koppelen aan een woord dat zich zo’n zeven jaar geleden ‘Inception’-gewijs nestelde in mijn brein nadat een potsierlijke professor Nederlandse Taalkunde zijn gebruikelijke woordenstroom de vrije loop liet: protserigheid.
We zijn amper een alinea ver en ik ben er al in geslaagd om het woord drie keer te gebruiken, zonder er enige uitleg bij te (moeten) geven. Heerlijk, toch? Dat kan dankzij de combinatie waarin het verschijnt: dure automerken (of luxemerken) die een samenwerking aangaan met een smartphonefabrikant.
De betekenis van het woord laat zich dus al raden: potsierlijk, zonder veel nut, grandioos, vol van zichzelf.
POWEERRRRRR
De eerste keer dat ik het genoegen had zo’n samenwerking van dichtbij te bekijken, was op de voorstelling van de Huawei Mate 9. Een puik toestel dat het Chinese merk voor het eerst torpedeerde naar het summum van het smartphonespectrum, netjes tussen Apple en Samsung.
Iedereen was onder de indruk toen de grote baas de specificaties overliep. Maar dan moest die speciale versie nog komen: de Mate 9 met Porsche design. Concreet betekende dat weinig meer dan een ‘modieuze’ uitrusting in de vorm van een racestreep, waarbij je twee lappen leer kreeg, met daartussen een streepje smartphone. De echte meerwaarde van de samenwerking was gering.
Behalve dan dat er af en toe een Porsche rondreed in de zaal. Iedere keer dat Richard Yu met veel bombarie ‘POWEEERRR’ door de zaal liet galmen, antwoordden de Porsches met grommende motoren. Als je aan het gangpad zat, vloekte je waarschijnlijk dat Porsche geen elektrisch model had meegebracht.
Luxe enzo
Huawei is uiteraard geen uitzonderlijk geval. Vorig jaar rond deze tijd maakten we bijvoorbeeld kennis met het Russische Caviar. Zij wisten Apple ervan te overtuigen AirPods te maken ter waarde van 590 dollar. De functionele meerwaarde? Onbestaand. Maar ze gaan goed bij de Caviar iPhones van 22.000 dollar – zo heb ik me laten vertellen.
Ook Nokia liet zich in een verder verleden al verleiden door luxemerk Oro om een semi-smartphone (zoals die dingen toen waren) te bouwen die uitsluitend bedoeld was om de kapitaalkrachtigen die wilden bijbetalen voor weinig meer dan een gouden randje. Draagt een aap een gouden ring enzo. Binnenin was de Nokia Oro gewoon een ouderwetse C7.
Geduld wordt beloond
Sinds de dag dat de Porschemotoren in mijn oor brulden verstreek ondertussen vier jaar. En nu lijkt dat lange wachten eindelijk beloond, en wel door die andere Chinezen van OnePlus. Ook zij lagen al enige tijd in bed met een luxe(wagen)merk: McLaren. Maar hier was initieel eveneens geen sprake van baanbrekend werk.
Tot begin januari de OnePlus Concept One plots ten tonele verscheen. Wat bleek? De fabrikant had in stilte zijn samenwerking met het automerk laten renderen. Het concepttoestel – een concept (hihi) dat ze overnamen van de conceptwagens – beschikt namelijk over elektrochromatisch glas waardoor de camera’s kunnen ‘verdwijnen’.
Beperkt nut
Natuurlijk kan je hier eveneens het punt maken dat cameralenzen die verdwijnen nu niet bepaald het toppunt zijn van rendement of functioneel nut. Toch kunnen ze wel emblematisch zijn voor een innoverende toekomst. Wat begint bij de mogelijkheid om esthetische ingrepen uit te voeren met glas, kan eindigen in een bruikbare evolutie waar we wel iets mee zijn.
Het is in elk geval een stap voorwaarts op de dagen waar dergelijke samenwerkingen uitsluitend betekenden dat je smartphone iets meer inpasbaar was in het interieur van een luxewagen waar een absolute minderheid mee rondrijdt.
We zien daarentegen dat de technologiesector samenwerkt om manieren te zoeken waarbij toepassingen die werken in de ene sector ook worden toegepast in een andere, niet-gerelateerde industrie. De autosector is al enkele jaren bezig met technologie te lenen om zijn product beter te maken, en nu geeft die sector iets terug.
Dromen mag
Het is nog altijd mijn droom om rond te lopen met een smartphone die weinig meer is/lijkt te zijn dan een rechthoekig stukje volledig transparant glas. Van zodra je de smartphone wilt gebruiken, krijg je een interactieve interface te zien, ook als je het stukje glas achterstevoren of omgekeerd vasthoudt. As seen in ‘Terra Nova’.
Ik krijg het gevoel dat we met dergelijke innovatie eindelijk weer meer in die richting evolueren. Geef het nog een jaar of tien.