Zijn elektrische wagens dan toch groener dan de rest?
Ik geef het toe: recent cijferwerk toont aan dat elektrische wagens inderdaad groenere alternatieven zijn dan de alternatieven op fossiele brandstoffen.
Men spijkere het op de kerk van Wittenberg in 95 stellingen, men beitele het in tien geboden op stenen tafels, men plakke het op een reclamepaneel om mijn ongelijk aan te tonen (zoals ze dat bij de Brexiteers doen)… Ik geef het toe: ik had het bij het onrechte eind. Ik ben dan wel koppig, maar ik draai nooit de rug naar het betere cijferwerk dat mij van gedacht doet veranderen.
Idee-fixe
Mijn ongelijk was gestoeld op een idee: als iedereen zijn wagen op fossiele brandstoffen zou inwisselen voor een exemplaar op elektriciteit, dan zou die gezamenlijke, gestegen vraag naar energie ervoor zorgen dat ons stroomnet overbelast zou raken. De energieproductie zou het niet aankunnen en we zouden allemaal in het donker zitten. Gevolgd door een babyboom, want zo werkt een stroomonderbreking.
Bovendien is de productie van een batterij een dermate verontreinigend proces dat ik me niet kon inbeelden dat een elektrische wagen in zijn totaliteit (met verhoogde energieproductie meegerekend) zoveel properder of ecologischer zou zijn dan een benzinewagen
Maar kijk, de betere cijferaars zijn aan het werk gegaan en hebben mij ervan overtuigd: groene wagens verdienen wel degelijk hun groene adjectief. Het was Bram Vandewalle die voor Tandem Tech ettelijke uren en energie investeerde in de rekenoefening. Zijn conclusie (maar lees zeker ook het hele artikel, met name als je momenteel twijfelt welk soort wagen je moet gaan kopen):
Het is dus (zoals altijd) geen zwart of wit verhaal. De kilometervreters zijn, enigszins ironisch, het meest gebaat bij een elektrische wagen. Net zij hebben de grootste vraagtekens bij de “beperkte” capaciteit van de batterijen. Maar laat ons nu eens eerlijk zijn: rijd jij soms meer dan 500 km zonder de mogelijkheid om op te laden? Ben jij akkoord met de uitstoot die je veroorzaakt?
Schrijf elektrische wagens niet af alsjeblieft. Ze helpen ons om de impact op het milieu te minimaliseren en halen uitstoot weg uit onze levenscentra. Het is nu aan de politici om van energiewinning tot wegentaksen een consistent verhaal op te bouwen.
Bram legt in zijn artikel uit dat de productie en het gebruik van elektrische wagens op (relatief korte) termijn al veel verschil kan maken. Hij beantwoordt de vraag van de toegenomen stroomproductie niet helemaal, maar daar kwam de VRT deze week dan aan tegemoet (met eveneens een erg interessant artikel dat ik ten zeerste kan aanraden): als alle Belgen elektrisch zouden rijden, zouden we 2 kerncentrales, 610 windmolens of 15.200 voetbalvelden vol zonnepanelen nodig hebben.
Trage vooruitgang
De belangrijkste bedenking daarbij is dan dat de stroom die we extra opwekken om elektrische wagens te laten rijden ook effectief klimaatneutraal is. Het zou zonde zijn om een benzinewagen te vervangen door een elektrisch exemplaar dat rijdt bij de gratie van steenkool.
De CREG (Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas) berekende dat als we 1 miljoen elektrische auto’s in gebruik nemen, het elektriciteitsverbruik slechts met 4 procent zal toenemen en dat dat onze bevoorrading niet in gevaar brengt. Op voorwaarde dat al die elektrische auto’s op het juiste moment opgeladen worden.
Rijden met groenere wagens is dus een haalbare mogelijkheid. De laatste hindernis, die van de afstand die zo’n wagens kunnen afleggen, haalde Bram al gedeeltelijk aan: slechts weinigen rijden verder dan 500 kilometer per traject zonder de mogelijkheid om bij te laden.
Daarnaast moeten we rekening houden met de opkomst van benzinewagens: de eersten die toen rondreden, hadden ook niet de mogelijkheid om elke kilometer bij te tanken in een tankstation. Zolang we consistent blijven investeren in de vooruitgang in groene technologie, groene energie en groene mobiliteitsmogelijkheden, komen we er wel. En een elektrische wagen, zo blijkt uit de cijfers, is wel degelijk een uitstekende eerste stap.
