
Wie zegt dat op reis gaan draait rond pure ontspanning, die wring ik zijn nek om. Aan op reis gaan is niks ontspannends aan. Of toch zeker niet als je de reisleider/planner bent. Tijdens het plannen van onze reis naar Schotland kwam de Verschrikkelijke Planner in mij dan ook naar boven, in al zijn verschrikkelijke glorie.
Hoe gaat dat ook in zijn werk? De misère begint al bij het kiezen der destination.
-Waar wil jij naartoe?
*Goh, ik weet het niet goed, wat wil jij doen?
-Voor mij is het eender.
*Voor mij ook eigenlijk.
-Maar waar gaat jouw voorkeur naar uit?
*Er is zo veel dat ik wil doen.
-Zoals?
*Ja, ik weet niet.
^En dat gaat dan even door. Vaak uren, weken, net geen maanden. Door het jaar heen hebben we elk duizenden ideeën voor fantastische reisbestemmingen, maar als het erop aankomt, kan je net zo makkelijk proberen om lucht te grijpen. We willen zo veel, dat we niet meer weten waar te beginnen.
Dan hebben we uiteindelijk toch een bestemming gekozen, dan begint het echte geblèt. Een hotel of een hostel? Met de trein, auto of vlieger? Wanneer vertrekken we? Wanneer kunnen we verlof krijgen? Valt dat samen met een deadline die ik moet opvolgen? Duizenden vragen, Jens kent het antwoord niet. Een traan rolt over zijn wang als hij denkt aan al de moeite die deze planning zal vergen.
Wanneer het plannen op zich begint, loopt het aanvankelijk wel vlot. We vliegen vanuit Charleroi naar Edinburgh (in dit geval), overnachten daar tweemaal, nemen dan de trein naar Fort Augustus, alwaar onze wandeling begint. “Maar euhm,” zegt Cynthia, “moeten we die treinen ook eens niet opzoeken?” Een tweede traan vormt zich in het oog van Jens.
Bon, die trein, om dat uur, als we van daar komen. Daarna die bus, dan hebben we X minuten om van plaats Y naar Z te gaan. Terugkomen doen we dan, daar, zo laat, etc. “Maar hoe laat moesten we zeker inchecken?” “Ahja, dan moeten we dit doen en naar daar gaan en eens kijken hoe het daarmee zit.”
En dan komt er natuurlijk de berekening van de prijzen bij: “Ah als we zo laat pakken, dan kost dat maar de helft.” “Ja, maar dan zitten we in de problemen met de overstap trein-bus.” “Hoezo? Dat is toch niet waar?” “Jawel, want kijk,…” En we zijn vertrokken in cirkeltjes. Het is niet dat we van kwade wil zijn en de andere moedwillig tegenspreken, maar dat krijg je dus als je allebei erg graag de controle in de hand houdt.
Na veel vijven en zessen, en zevenen, achten en negenen, staat de planning dan toch uiteindelijk op punt. Zo obsessief als ik ben, heb ik ze dit keer 10 keer gecontroleerd, in plaats van mijn gebruikelijke 7. Ik denk dat ik voor volgend jaar toch maar mijn wagonnetje ga aanhangen bij andere planners (lees: madre & padre). Ervan uitgaande dat die ooit nog eens het huis willen verlaten…

Plaats een reactie