
Na een yearning van bijna twee jaar zijn we er uiteindelijk toch geraakt: Schotland. Land van regen, bergen, haggis en hopen geschiedenis. Het land dat bevolkt is met Engelsen die geen Engelsen zijn, een taal huisvest die erg hoog scoort op de British-American-alcoholschaal en bovenal al eeuwenlang bekend staat om haar schoonheid.
Wij, echte stadmussen, begonnen met een lichte kennismaking met de plaatselijke bevolking. Zoals we eerst onze tenen in een bad heet water dopen vooraleer we erin duiken – om te ervaren hoe onnoemelijk heet we het water lieten stromen, waardoor we onszelf even kort vervloeken – lieten we onszelf toe even kennis te maken met wat in het land van de ‘gegemeenplaatste’ boeren een stad wordt genoemd; Edinburgh.
Middeleeuwlievend als we zijn, lieten we ons er charmeren door de pracht die ‘Old Town’ nog steeds bezit. De vele zijstraatjes, de pubs die gezelligheid uitstralen en de gigantische rots met een kasteel erop. ‘Middeleeuws’ Brugge is er niets tegen, temeer omdat Brugge natuurlijk helemaal niet middeleeuws is.
Omhoog en omlaag
Een groot deel van zijn charme ontleent Edinburgh aan zijn gezonde chardio-effecten. Eén dagje citytrippen levert algauw een mooie 15 kilometer aan wandelafstand op, waarvan 0% over vlakke grond. Na elke bocht krijg je verbluffende uitzichten op de ‘New Town’ en delen van de oude stad te zien, met dank aan de vele hoogteverschillen. De vele zijstraatjes zijn dan ook perfect voor elke aspirant-Rocky die nog wat trappen zoekt.

Op het hoogste punt vinden we dan uiteraard een gebouw dat een strategisch uitzicht goed kan gebruiken: Edinburgh Castle. Je betaalt een erg mooie bijdrage aan het culturele preservatiefonds van het kasteel om binnen te mogen, maar het is het waard – sort of. Je krijgt opnieuw erg mooie uitzichten te verduren, maar al snel merkten we op dat onze verwachtingen niet helemaal ingelost zouden worden.
Het kasteel is namelijk geen echt kasteel. Het is een tegenstelling die we later op onze reis nog enkele keren tegenkwamen, met name bij ons bezoek aan Urquhart Castle. Bij Urquhart waren de Schotten zo gehaast om hun cultuur te bewaren dat ze misschien wat overdreven hebben. Je ziet de contouren van iets oud, van een oude beschaving, maar binnen de lijntjes is alles opgelapt met hedendaagse materialen die er geen twijfel over doen bestaan: de middeleeuwen zijn erg lang geleden.
Militaire vraatzucht
Ook het Edinburghse kasteel (probeer Edinburghse maar eens uit te spreken) wist ervan: van de middeleeuwse gebouwen bleef enkel nog een kleine kapel over. De rest van de verrassend grote site werd meermaals verbouwd, al naargelang welk doel het kasteel moest vervullen. Vele regeringen en koningen hebben er hun eigen goesting mee gedaan, met als resultaat dat het kasteel nu veel wegheeft van een militaire barak die veel wegheeft van een vooroorlogse kostschool.
De toeristische delen ervan zijn echter weer herleid naar hun oude staat. Dat wil zeggen: een hele hoop geschiedkundigen hebben hun best gedaan om te gissen hoe de oude feestzaal er moet hebben uitgezien. Het resultaat komt niet meteen echt over, maar is niettemin toch indrukwekkend en leuk om te zien.
De hoge toegangsprijs werd ons overigens ook nog eens toegelicht door onze amusante en supervriendelijke gastheer van onze eerste hostel, nadat ik hem vroeg of een perskaart iets van korting opleverde. “Well, I don’t know. These guys have a castle on a giant rock in the middel of the city, they can do whatever they want.” Hij gaf ons ook de raad om zeker in de voormiddag langs te gaan, want “at one o’clock, they fire a cannon!“
Harry Potter en zijn vriendjes

We kennen het verhaal van de geboorte van Harry Potter, maar nu kennen we ook de oorsprong van (de namen van) zijn vriendjes. J.K. Rowling schreef het leeuwendeel van haar eerste boek in een achterkamertje in Edinburgh dat uitkeek op het kasteel. Wanneer ze geen geliefde personages aan het vermoorden was, bezocht ze geregeld al eens het kerkhof. In de bijhorende foto mag je zelf zoeken naar de naam van het personage.
Het kerkhof bevindt zich overigens naast de school die als basis diende voor Rowlings beschrijvingen van Hogwarts. Daar mochten we geen foto’s van nemen, want er moesten maar eens kinderen herkenbaar in beeld gebracht worden, maar dat hield die van ons toch niet tegen. Uiteraard zou het verboden zijn om die foto hier te publiceren; zelf bezoeken is mijn sadistisch-egoïstische boodschap.
Voor middle-aged Potterheads, such as ourselves, bleek Edinburgh dus een waar genoegen. Wie tijdens het lezen een licht pessimistisch-sarcastische toon meende waar te nemen, heeft niet volledig ongelijk, al komt dat dan vooral omdat het vervolg van onze reis nog zoveel beter was. Onze ervaringen rond Loch Ness zijn zodanig positief, dat Edinburgh er een beetje bij verbleekt.
Over die verdere reis valt echter zoveel te zeggen dat het onverantwoord zou zijn om hardwerkende lezermensen nog langer hier te houden. Verwacht meer verhaaltjes, genânte foto’s en filmpjes op een later tijdstip.

Plaats een reactie